Het 96e Autosalon, dat vorige week op de Heizelvlakte zijn deuren sloot, bracht de bevestiging dat de Belgen nog altijd echte autoliefhebbers zijn. De verkopen van nieuwe voertuigen lopen als een trein, zoals blijkt uit de cijfers van het afgelopen jaar en uit de getuigenissen van verschillende exposanten. Eén van de markante feiten van het begin van 2018 blijkt trouwens de steeds grotere interesse voor de ‘Private Lease’ formule te zijn.
‘Private Lease’ is een verhuurformule op lange termijn, waarin alle diensten inbegrepen zijn, die gericht is op particulieren. Iedere automobilist kan in ruil voor een vastgelegde maandelijkse huurprijs voor privégebruik met een voertuig rijden en dat voor een vastgelegde duur en kilometrage.
Duurder of goedkoper dan aankoop?
‘Private Lease’ is bijzonder in die zin dat het uitpakt met een competitieve – in bepaalde gevallen zelfs behoorlijk agressieve – maandelijkse huurprijs. Competitief in die zin dat de huurprijs over het algemeen alle diensten omvat: inschrijving, belastingen, verzekering, onderhoud, herstelling, banden, 24/7 assistentie, vervangwagen, enz. Het is hoe dan ook zeer ingewikkeld – of zelfs onmogelijk – om de economische waarde ervan in vergelijking met een echte aankoop in te schatten. De twee formules staan immers lijnrecht tegenover elkaar. Aan de ene kant gaat het om het gebruik van een goed met teruggave aan de leverancier op het einde van het contract, terwijl het in het andere geval eigendom met kapitaalsinvestering betreft. Iedere vorm van vergelijking is dan ook gevaarlijk of zelfs onmogelijk.
Dat particulieren meer en meer interesse hebben in ‘Privat Lease’ – in 2017 zouden volgens Renta ongeveer 10.000 contracten ondertekend zijn – ligt vooral aan het ‘all-in’-karakter met een zeldzame eenvoud. Het budget is vastgelegd en afgebakend, de parameters duur/kilometers zijn gekend en alle diensten zijn inbegrepen. Afgezien van de brandstof en eventuele boetes, kan er geen enkele verrassing opduiken. Op voorwaarde uiteraard dat men de parameters van het contract en het onderhoud van het voertuig netjes als een ‘goede familievader’ respecteert…
‘Private Lease’ blijkt eveneens een erg interessante formule voor jongere bestuurders, aangezien de verzekeringspremie gespreid wordt en dus zeer aanvaardbaar is. Zelfs voor jongeren, die over het algemeen met een buitensporige risicopremie afgestraft worden.
Meer en meer leveranciers springen op de kar
Het mooiste bewijs dat dit product aanspreekt en een reëel potentieel in zich draagt, is het feit dat meer en meer constructeurs en spelers uit de verhuursector zich in het strijdperk mengen. Het Autosalon vormde trouwens voor bepaalde merken – met name Ford, Hyundai en Opel – het ideale moment om meerdere modellen uit hun gamma officieel permanent via ‘Private Lease’ ter beschikking te stellen. Deze constructeurs vervoegen hierdoor Fiat, Renault, Nissan, Volvo, Mercedes, BMW en Toyota die zich iets eerder al in dit avontuur hadden gestort.
Aan de kant van de verhuurders was DirectLease de voorloper als het gaat om een multimerkenaanbod in leasing voor particulieren. Zij kregen enige tijd geleden al het gezelschap van LeasePlan, dat voortaan een platform biedt, waarop verschillende modellen via ‘Private Lease’ worden aangeboden.
Het stijgende succes van deze formule in onze buurlanden, zoals Nederland, Frankrijk of ook nog het Verenigd Koninkrijk, volstaat om te begrijpen waarom deze spelers deze stappen zetten. Zeker in een tijd waarin het gebruik van een auto langzaam maar zeker de overhand begint te nemen op het bezit ervan en dat in een wereld waarin de immobiliteit steeds meer vragen oproept.
Nog een laatste kleine raad voor u zich op deze materie stort: bestudeer het aanbod dat u gaat ondertekenen heel gedetailleerd. U zult merken dat de ‘Private Lease’, die door de PSA-groep aangeboden wordt voor de merken Peugeot, Citroën en DS, net als de ‘Personal Lease’ van de merken van de Volkswagen-groep, enigszins verschilt van de ‘klassieke’ leasing aan particulieren. Deze twee formules bevatten immers een voorschot (of eerste verhoogde huursom) en vaak een hogere laatste huursom, waardoor men uit kan pakken met een meer competitieve huurprijs. Technisch gezien leunt dit soort verhuring aan bij een ballonkrediet.
